03/09/2024- Noorwegens tweede grootste stad torst een hele reeks bijhorende titels: “toegangspoort tot de fjorden, stad van zeven heuvels, city of rain, cultuur- en UNESCO-stad, gastronomische bestemming”,.. Meer dan genoeg aspecten om Bergen, zeker dankzij de zwakkere Noorse kroon, na een paar goedgevulde persoonlijke testdagen tot alternatieve citytripbestemming te verheffen. Velkommen til… BERGEN?

De gele neonletters en vooral het bijhorende vraagteken staren ons aan als we de luchthaven buiten stappen. De kunstenaar die verantwoordelijk tekende voor het vraagteken wilde naar verluidt de nieuwsgierigheid naar de regio aanwakkeren. Onze verwachtingen zijn alvast hooggespannen om de stad te (her)ontdekken.

 

 

Maar we willen vooral eerst omhoog: met de Fløibanen sta je in amper vijf minuten 320 meter boven de zeespiegel, de stad en waterwegen richting de Noordzee liggen in de avondzon te glinsteren. De wind hier boven voelt iets frisser aan dan op de begane grond, maar Bergen en zijn zeeinhammen worden extra beschut door plukjes Sotra-eiland dat aan de grote oceaan grenst. We zijn trouwens niet de enigen om het panoramabeeld en de andere heuvels, die rond de stad gedrappeerd liggen, te komen bekijken. Met meer dan een miljoen gebruikers per jaar is Fløibanen, overigens de enige kabelbaan in heel Scandinavië, een best succesvol bedrijf.

 

Eerste hoofdstad 

Bergen kan bogen om een geschiedenis die ruim een millenium oud is. De eerste handelsactiviteiten gaan terug tot 1020, maar officieel is Bjørgvin (zoals Bergen toen heette) gesticht rond 1070. Tot het eind van de 13e eeuw was het ook de hoofdstad van Noorwegen.
In diezelfde 13e eeuw is een andere machtsfactor opgedoken, de Hanze, aan wie Bergen de wijk Bryggen en haar Unescostatus te danken heeft. De Duitse handelsvereniging (met zetels in Brugge, Londen, Bergen en Novgorod/Sint-Petersburg) speelde tot in de late Middeleeuwen een belangrijke rol in de panEuropese handel. En Bergen was vooral de plek waar (stok)vis werd verhandeld en verscheept.
Wandel zeker eens door de steegjes van dat hanzeatische Bryggen. De leefomstandigheden in de houten handelshuizen, opslagruimtes en woonvertrekken waren ’s winters heel bar. Vuur maken en zich verwarmen waren immers uit den boze wegens brandgevaar -Bergen is doorheen zijn geschiedenis meermaals in de as gelegd. “Het is geen toeval dat vooraan aan de kade nog steeds een barbier te vinden is. In de Hanzetijd gebeurde het wel eens dat onderkoelde ledematen van leerjongens moesten worden geamputeerd. Dat was (ook) een taak voor de barbier,” geeft onze gids mee.

Vandaag herbergen de veelkleurige huisjes vooral toeristenwinkeltjes en horecazaken, een buurt waar de ganse dag volk passeert.
Die populariteit van Bryggen is nog niet zo oud. Na de Tweede Wereldoorlog waren veel locals Bryggen liever kwijt dan rijk en wilden ze de historische panden laten afbreken, leren we in het Bryggenmuseum waar tal van archeologische vondsten liggen uitgestald. De afbraak is gelukkig niet doorgegaan. Maar het is voorlopig wel het enige museum over die periode waar je dezer dagen terechtkan: het Hanzemuseum wordt grondig gerenoveerd en is minstens tot 2026 gesloten.

 

Over musea en lokale ‘rock’sterren

Dit betekent niet dat cultuurminnende bezoekers op hun honger hoeven te zitten. De stad heeft een tiental musea onder haar hoede, er is het universiteitsmuseum, en Kode beheert een aantal (moderne) kunstmusea rond de centrale vijver alsook 3 kunstenaarswoningen.

Absoluut aanbevelenswaardig is de afdeling waar je de kunstverzameling van Rasmus Meyer kan gaan bekijken, met Noorse impressionisten en vooral een fraaie collectie werken van schilder Edvard Munch. Meyer gold als een belangrijke mecenas en verzamelaar van werk van Munch, een buitenkans dus.

 

Voorbij de muziekkiosk botsen we een monument voor een figuur die iedereen hier blijkbaar kent, maar wiens naam bij ons geen belletje deed rinkelen: een fontein voor Ole Bull. Deze Noorse vioolvirtuoos en componist (1810-1880) was de Paganini van het Noorden of de Bruce Springsteen van toen, dixit onze gids -we zijn meteen weer bij de les. En niet onbelangrijk: hij geldt ook als de mentor van Edvard Grieg, nog een naam met een klok in de wereld van de klassieke muziek. Composities als ‘Peer Gynt’ behoren tot klassiekers in het genre.

 

 

Vanuit het centrum brengt de Bergen Light Rail-tram je snel richting Troldhaugen, het huis waar Grieg en zijn vrouw Nina de laatste 20 jaar van zijn leven (vanaf 1885) ’s zomers hebben gewoond. Het huis is gebouwd op een rots en kijkt uit over een wijde fjord waar kleine met dennenbomen begroeide eilandjes aan de einder opduiken. In die rots zijn hij en zijn eega trouwens begraven. Achter de bocht leidt een van de paadjes naar een klein houten huisje aan het water, hier componeerde Grieg zijn muziekstukken -met pen en papier, want de Steinway-piano stond (en staat nog steeds) in de woonkamer des huizes. Mevrouw Grieg was naar verluidt een goede zangeres, dus was samen musiceren een vast ritueel. Zij was ook degene die na Griegs dood zijn muziek is blijven promoten. Troldhaugen wordt vandaag beheerd als museum, en idealiter combineer je een bezoek aan deze bijzondere plek met een heus Grieg-pianoconcerto. Zo krijgt je weekend echt wel een meerwaarde.
In Bergen zelf nemen de Grieghallen een prominente plek in het culturele leven van de stad in, net als Den Nationale Scene, het stadstheater dat in Jugendstil is opgetrokken. Het gebouw is de opvolger van ‘Det norske Theater’, dat als eerste Noorstalig theater bracht en is opgericht door, weer hij, Ole Bull. De bekende Noorse schrijver-dichter Hendrik Ibsen was een tijdje betrokken bij dat theater.

 

Verloren lopen

De ruime omgeving rond het theater en ook aan de overzijde van de havengeul, in de oplopende straatjes en steegjes, toont Bergen zich van zijn charmantste kant: de veelkleurige houten huizen zijn door bewoners opgefleurd met allerlei sierbloemen en plantjes, de kasseistraatjes nodigen uit tot flaneren, en her en der tonen lokale streetartiesten sporen van hun creativiteit. Idealiter laat je je leiden door ingevingen van het moment of door de aanblik van deze of gene straat. Deze stad nodigt gewoon uit tot kuieren, verloren lopen en klimmen, het levert steevast wel een of andere ontdekking op. En als je van al dat slenteren dorst hebt gekregen: in of rond Strandgaten of de ruime buurt rond Korskirken/Skostredet (de lokale Schoenmakersstraat) grossieren in populaire bars, koffiehuizen en/of terrasjes.

 

Want ook dat is Bergen: de reputatie en bijnaam van de stad rainy city mag dan al niet aanlokkelijk klinken (en het kan hier inderdaad flink stortregenen), als de zon zich manifesteert, zitten alle terrasjes overvol en genieten locals en bezoekers ten volle van zo’n carpe-diem-moment. Om het met de woorden van een verkoopster te zeggen: “In mijn handtas zitten standaard twee dingen: een zonnebril en een paraplu. De kans dat je een van beide hier nodig hebt, is heel reëel.” In de wetenschap dat locals de beste informatiebronnen zijn, bent u dus gewaarschuwd. Maar weet evenzeer dat de weergoden (met het oog op een positief artikel?) tijdens onze passage zich heel clement hebben getoond. Bergen rainy? Ja, af en toe, maar vooral heel aangenaam en gezellig.

 

 

Van stokvis, rendierhotdog tot sterrenchef

We vertelden al dat hanzekooplui vooral in Bergen stokvis kwamen zoeken, en die specialiteit wordt nog steeds geserveerd op de bij toeristen populaire vismarktkraampjes aan de haven. Die tenten, overigens gerund door Aziatische families, staan hier tijdens de zomermaanden, vanaf september verhuizen ze naar de indoor-Mathallen. Ook daar kan je het volledige gamma aan producten uit de zee degusteren, van vis of zilte oesters tot krab of zelfs walvis. Ook heel populair is een kraam aan Kong Oskar gate: voor de hotdogs van rendierworsten staan steevast lange wachtrijen.

 

Maar Bergen pakt ook met een titel als Unesco city of Gastronomy. De stad maakt deel uit van een internationaal netwerk waarbij lokale chefs worden aangemoedigd om op een creatieve wijze met lokale producten uit de zee en vanop het land aan de slag te gaan en vooral ook ervaringen uit te wisselen. Dat heeft er zelfs toe geleid dat in een van de kunstmusea een Michelinsterrestaurant huist waar ‘modern nordic food’ wordt geserveerd. Maar de culinaire scene biedt vooral een breed scala aan internationale en lokale keukens waar men graag traditionele gerechten met een moderne twist serveert. U zal beslist niet geen honger lijden… En ook zoetekauwen zijn in Bergen zeker aan het juiste adres.

 

 

Leprahoofdstad

Bovenstaande lijnen maken het om zo verrassender om te vernemen dat in Bergen een Lepramuseet is gevestigd. Nadat de pest in de late Middeleeuwen was uitgeraasd, dook hier lepra op, en die slachtoffers werden verzorgd in het St. Jørgen’s Hospital, dat toen aan de rand van de stad lag. Maar in de loop van de 19e eeuw bestonden hier zelfs drie! lepraziekenhuizen.

“Het is nauwelijks voor te stellen als je vandaag naar de levensstandaard in Noorwegen kijkt. Maar in die 19e eeuw was dit land een van de armste, zoniet het armste land van Europa. Men heeft lang gedacht dat lepra een erfelijkheidsziekte was, wat de overheid eertijds heeft doen kiezen voor dwingende preventiemaatregelen als patiëntenregisters en quarantaine -tot dr. Hansen in 1873 in zijn microscoop de leprabacil zag bewegen. Maar dan heeft het nog geruime tijd geduurd voor het principe is aanvaard dat micro-organismen zulke ziektes kunnen genereren,” luidt het narratief van het museum. De laatste patiënten van de instelling zijn pas in 1946 overleden, naderhand is men dit pakkende verhaal (denk ook aan de Belgische pater Damiaan op Molokaï) museaal gaan vertellen. Woow.
Een van de specialisaties van het lokale academische ziekenhuis houdt verband met nog een andere historische gebeurtenis, weet onze gids. Tijdens de nazibezetting van Noorwegen meerde een schip aan vol explosieven. Toen dat door zelfontbranding explodeerde, is de hele wijk rond Strandgaten heel zwaar beschadigd geraakt (Bryggen werd wonderwel gespaard). De vele burgerslachtoffers met brandwonden en oogkwalen hebben ertoe geleid dat het Haukelandziekenhuis ook gekend is voor zijn brandwondencentrum.

 

Uitwaaien

Met zulke heftige feitelijkheden lijkt het aangewezen dat we ons hoofd even leegmaken. Tijd voor een heuse cruise hebben we ditmaal (helaas) niet -Bergen is vertrek- en eindpunt voor de cruises langsheen de Noorse kust-maar de hier alomtegenwoordige waterwegen en zeeën bieden soelaas. Lokale aanbieders serveren een uitgebreid menu. Met Osterfjorden, Hardangerfjorden of Sognefjorden heb je keuze genoeg om de wind door je haren te laten glijden. De zonnebril en paraplu gaan sowieso mee, maar laten we gewoon veronderstellen dat de weergoden hier fan zijn van The Boss en zijn Waiting on a sunny day? (EB)

 

Foto’s @ EB/Travel Like A Pro

 

Bergen praktisch:

Sinds dit voorjaar kan je met nieuwe Widerøe-vlucht rechtstreeks van Brussel naar Bergen, de Embraer doet er een tweetal uur over. De vluchten op vrijdag en maandag zouden oorspronkelijk enkel in het zomerseizoen worden aangeboden. Maar de ‘uitermate bevredigende passagiersaantallen’ (sic) hebben ertoe geleid dat Widerøe ook deze winter de rechtstreekse vluchten aanhoudt.

Te boeken via de reisagent of via www.wideroe.no

Tussen de luchthaven en het centrum van Bergen rijdt een tram. Met de handige BergenCard kan je met het openbaar vervoer reizen en geniet je van tal van kortingen, o.a. in musea, attracties en voor bootexcursies.

Wij waren logeerden in één van de zeven Scandichotels in Bergen, Scandic Ørnen, vlakbij het busstation. Heel handig gelegen, met comfortabele kamers en uitgebreid ontbijtbuffet.

Musea: www.kodebergen.no/en, https://bymuseet.no (waaronder ook het Lepramuseum)

Tot slot: de bezoekersstatistieken van Visit Bergen bevatten geen gegevens over het aantal landgenoten dat de stad bezoeken. Het gros van de toeristen in Bergen komt uit, behoudens de belangrijke Noorse markt, vooral Duitsland, de VS en Groot-Brittannië.